Op 2 wielen de wereld rond langs de dunne grijze lijntjes

Tom en Caroline reisden elk met hun off road motor voor twee jaar de wereld rond. Hun avontuur bracht hen dwars door Afrika, Zuid-Amerika en Noord-Amerika.

Asfalt? I don’t think so… (Colombia)

De gekste vragen stellen de mensen ons soms. Of we op onze wereldreis alles op voorhand reserveerden. Of er iemand volgt met onze bagage, hoe we aan eten geraken en vooral hoe we in hemelsnaam de weg vinden zo ver van huis. Het zal niemand verbazen dat de wereld rondreizen op de motor behoorlijk wat improvisatie vereist. Niet weten wat de dag precies zal brengen, waar we die avond zullen slapen of wie we tegen het lijf zullen lopen. Voor iemand met autistische neigingen moet het de hel zijn. Wij vinden het heerlijk!

Genieten na een lange rijdag (Arizona)
Blending in with the locals (Togo)

De wereld rondreizen over het asfalt? Het moet op een aantal uitzonderingen in zwart Afrika of misschien Zuid-Amerika perfect te doen zijn. Maar echt warm worden we er niet van. Veel leuker is het om net die weggetjes en paadjes op te zoeken, waarvan je geen benul hebt hoe ze erbij liggen. Mooie afgestreken gravel, bulten en putten, modder, zand of misschien fesh fesh? Door die fijne grijze lijntjes op de GPS te kiezen, is het steeds weer een verrassing. De ene keer valt het al beter mee dan de andere, maar altijd leiden ze ons naar plaatsen waar we anders nooit zouden komen.

Roadside cuisine bij de ondergaande zon (Idaho)
Rat en muizen op een stokje… Smakelijk! (Ghana)

De Victoria Falls in Zambia gaan bekijken, de Salar de Uyuni in Bolivië oprijden of langs de Grand Canyon cruisen: het is beslist de moeite en je zou wel gek zijn om het niet te doen als je dan toch in de buurt bent. Maar die kleine paadjes waar geen halve toerist het in zijn hoofd haalt om te gaan rijden en waar volgens sommige onwetenden werkelijk geen hol te beleven valt, waar locals je absoluut van de weg willen houden omdat er toch een mooie nieuwe asfaltweg is… net dié leveren de meest memorabele momenten op.

Ons hotel voor de nacht (Angola)
Geen idee waar we vanavond slapen… Heerlijk! (Namibië)

Mensen staan altijd te kijken als er ineens twee bestofte motoren onaangekondigd aan de horizon verschijnen. In Mali was Caroline als vrouw op de motor – zoals zo vaak – de attractie in het dorp, twintig strooien hutten groot en ver weg van alles. Ze was niet meteen het toonbeeld van ‘blending-in with local culture’. Anders dan veel blanke toeristen die op hun eerste reis door Afrika – niet zelden voor de gelegenheid uitgedost in kleurige lokale klederdracht – een toeristisch dorp gaan bezoeken met het busje van het hotel, stond vooral Caroline in schril contrast met de plaatselijke geplogenheden. In no time stonden de kinderen van het dorp rond haar motor en kraaiden ze het uit van de opwinding. Handjes schudden en die rare witte vrouw toch maar even aanraken. De stralende glimlach op hun gezichten sprak boekdelen. Niet veel later volgden de volwassenen. Een dag vol sensatie in hun godvergeten gat in the middle of nowhere.

Schat, de badkamer is vrij! (Angola)
Enthousiasme alom als Caro het dorp binnenrijdt (Mali)

Ook in Mexico belandden we na een lange rij-dag over een verlaten hobbelpiste in een dorp waar de kinderen hun geluk niet op konden. We werden persoonlijk ontvangen door El Chefe, de burgemeester, en kregen een zaaltje in het gammele gemeentehuis, waar we onze matjes mochten uitrollen. Maar niet voor die ene boerenfamilie haar maïspapje en Coca Cola met ons had gedeeld in een bloedhete golfplaten hut. Eerlijk, oprecht, gastvrij, geweldig!

’s Nachts even de tent uit voor het Noorderlicht (Alaska)
Op de foto met Mexicaanse boeren op de piste… Altijd lachen!

En ja, je krijgt al eens iets raars voorgeschoteld, zoals die keer na een vermoeiende zandpiste in Ghana. De laatste verlepte groenten van het enige winkeltje in het dorp gingen de pot in bij dat verloren blikje tonijn dat nog ergens onderaan in onze bakken lag. Het zag er niet echt uit, maar toch wilden de lokale mama’s wat van hun stoofpotje van ‘bushmeat’ met ons ruilen. Nu is het Ghanees niet meteen een taal die we vlot beheersen, dus de specifieke naam van het voorgeschotelde dier in het lokale dialect bracht ons niks verder. Maar het was lekker en vooral gezellig. Tot we drie dagen nadien die Ghanese naam toch maar even door de google-molen haalden: ratten hadden we gegeten, ratten verdomme! Her en der verkochten ze die langs de kant van de weg, samen met gekookte muizen op een stokje. Even veel keren hadden we allebei gezworen nooit rat te eten… Mooi niet dus!

Enkel lachende gezichten op de piste (Senegal)
Dit watervalletje is het ideale decor voor een overnachting (Angola)

Dat het al eens anders uitdraait dan voorzien, dat draagt bij aan het avontuur. Zoals die keer in Peru. Een bloedhete dag was het geweest en tegen zonsondergang slingerden we nog lustig door de Altiplano. Een droog meer op 4700 m hoogte leek ons de uitgelezen plaats om onze tent op te slaan. Een prachtig uitzicht, in de verte wat flamingo’s, maar voor de rest geen levende ziel in de wijde omgeving. Mooier kon het niet. Tot de zon effectief achter de horizon verdween en het toch enigszins aan de frisse kant begon te worden. We doken dan maar vroeger dan gewoonlijk onze slaapzak in waarvan het label als extreme temperatuurs-indicatie -13°C aangaf. Nu weten we meteen ook wat extreem precies betekent: je vriest nog net niet dood! De temperatuursonde van mijn GPS gaf -15°, aan de binnenkant van de tent vormde zich een ware ijslaag, onze voeten werden al snel ijsklompen. En alsof de duivel ermee speelde, moest ik net die nacht ook nog eens naar het toilet. Met al mijn kleren aan en op teenslippers heb ik heus niet de moeite genomen om mijn naam in het zand te schrijven…

Niks beter dan een nacht onder de sterren (Angola)
Beslist geen strandvakantie op 4700 m hoogte en bij -15° ’s nachts. (Peru)

Niet zelden werden we ‘gered’ door vriendelijke locals. In Ghana reden we – tegen alle regels in – in het donker op een glibberige piste, vluchtend voor de file roetspuwende trucks, die je in no time stoflong bezorgen. Plots maakte de broeierige hitte plaats voor een meer dan stevige wind en in de verte kondigden een massa bliksemschichten noodweer aan. Net toen we dachten er helemaal alleen voor te staan en we al visioenen kregen van weggewaaide tenten en drijvende slaapmatjes, stond daar in het pikdonker die vriendelijke Ghanees. Dat we snel moesten meekomen naar zijn huis… Hij stapte als een gek en wij volgden op de motor. Sneller! Net toen we onder zijn afdak stonden, volgde een drash national zoals ik er zelden één heb meegemaakt. Binnen de vijf minuten leek het huis wel in de zee te staan. Dat scheelde geen haar. We kregen een kamertje met een bed en een tros bananen om te eten. In gebroken Engels maakten we vrienden en brachten we dat kleine beetje vertier voor de hele familie. Lachende gezichten alom!

Op visite bij een Mexicaans gezin in een golfplaten hut. De juf in Caroline komt naar boven (Mexico)
Soms loop je al eens gelijkgestemde zielen tegen het lijf op een van die afgelegen kampeerplekjes (Angola)

Maar even goed heb je van die meevallers, waar je ver weg van de bewoonde wereld dat stukje paradijs op aarde ontdekt. In Angola had je de machtige Kalandula watervallen die beslist de moeite waard waren, maar toch ook wel dat tikkeltje toeristisch, met een massa opdringerige 10-jarige ‘officiële’ gidsen. Echt interessant werd het pas toen we na 30 km single track op de mini-versie van de watervallen stootten, met een zwemmeertje, fluitende vogeltjes én een fantastisch uitzicht. De ideale plek om de nacht door te brengen. ’s Avonds nog even naakt het meer in om af te koelen: heerlijk.

Voor het eerst hun eigen foto te zien krijgen: onbetaalbaar! (Malawi)
Genieten van de zon in onze immense tuin (Namibië)

‘s Morgens gewekt worden door het geluid van de waterval en de brandende zon op je tent om daarna te genieten van een geïmproviseerde roadside breakfast. Ideaal om de volgende rij-dag in te zetten! En ja, soms doen we op de motor echt wél grote afstanden langs het asfalt. Wil je niet eindeloos onderweg zijn, dan moet je nu eenmaal af en toe eens wat kilometers malen. iOverlander is een app waar wildkampeerplaatsen tussen reizigers worden gedeeld. Je popt de waypoint in je GPS en altijd is er wel één of ander weggetje dat je van de grote weg naar een verlaten pareltje in het bos of op het strand brengt en waar – wonder boven wonder – nog een gelijkgestemde avonturenziel beslist heeft om ook de nacht door te brengen. En als je al het geluk hebt een vierwieler met onboard frigo tegen het lijf te lopen, drink je rond het kampvuur frisse pintjes in plaats van lauwe namaak-Fanta uit een groezelig winkeltje zonder elektriciteit. Vrolijke vrienden zorgen voor onvergetelijke momenten!

Not an ordinary day voor dit kleine meisje… (Zambia)

RIDE WITH TEAM ZŪMO

Het robuuste nieuwe zūmo XT navigatietoestel voor motoren is eveneens gemaakt voor avontuur. Het ultradunne 5,5-inch scherm is handschoenvriendelijk, regenbestendig en laat je op avontuurlijke wegen rijden, zowel op als buiten de gebaande paden.