In beelden: Adembenemende bivakvlucht in de Himalaya.

Door Tom de Dorlodot.

Paragliding maakte dat ik de wereld kon rondreizen. Het aspect dat ikzelf het leukste vind, is het bivakvliegen: over bergketens vliegen of te voet trekken in complete autonomie. Deze keer vertrok ik met mijn vlucht- en bivakuitrusting naar het noorden van India. Horacio en ik hadden maar één idee in gedachten: Himachal Pradesh verkennen en tijdens de vlucht de legendarische kaap van 6000 meter bereiken. Dus brachten we een maand door met het doorkruisen van dit deel van de Himalaya totdat we de Spiti-vallei bereikten. We keerden terug met een hoofd vol prachtige beelden.

We nemen onze vluchtuitrusting en noodzakelijkheden mee om op grote hoogten te slapen. Onze tassen wegen ongeveer 15 kg zonder voedsel en zonder water. Dit stijgt al snel naar 20 kg voor een week autonomie. We nemen onze slaapzak, tent, matras, vluchtuitrusting, wat kledij en onze InReach Mini zodat het productieteam ons per 4X4 kan volgen.
Elke dag lopen we een paar kilometer tot op de plek waar we kunnen opstijgen. Gemiddeld doen we 1000 meter D+ in twee-drie uur. Bij het opstijgen, hebben we dus al flink werk geleverd.
Het is het einde van de moesson in India en dit jaar is komt het mooie weer een beetje laat. Maar eindelijk gaat de lucht open en maken we een aantal prachtige vluchten in de pre-reliëfs om onze apparatuur te testen voordat we naar hoge bergen trekken. De eerste bergen van de Himalaya lijken erg op de Alpen en de vliegomstandigheden zijn erg mooi, maar daarna wordt de omgeving veel vijandiger.
Om op tijd bij de opstijgplek aan te komen, moet je steeds vroeg opstaan. Elke dag beginnen we bij zonsopgang te stappen om de top te bereiken voordat de vliegomstandigheden prefect zijn, dit geeft ons tijd om onze route te analyseren en de apparatuur voor te bereiden. Het ochtendlicht is echt mooi, maar op meer dan 4000 meter boven zeeniveau is het echt bitterkoud.
De uitzichten op hoogte zijn adembenemend. Elke dag is anders en elke vlucht is een avontuur. Je weet nooit waar je aan het eind van de dag terechtkomt en dàt is geweldig. Dit type expeditie verrast ons altijd weer.
Eenmaal in de Spiti-vallei op de grens van India en Tibet, krijgen we de indruk terug in de tijd te reizen. We vliegen er over het boeddhistische klooster van Key, meer dan 1000 jaar oud.
Elke nacht zoeken we een geschikte plek om het kamp op te zetten en de nacht door te brengen. We proberen altijd in de buurt van een waterpunt te landen om onze camel bags te vullen en te koken. Idealiter op een oostelijk georiënteerde plek om de volgende dag vroeg van de zon te kunnen genieten. De zon gaat vroeg onder en we proberen te slapen.  Helaas wordt op meer dan 4000 meter het gebrek aan zuurstof duidelijk gevoeld en herstellen we weinig, zelfs met veel slapen.
De ideale plekken zijn die met vee en jakken. We gebruiken hun gedroogde uitwerpselen om vuur te maken. Op deze hoogtes zijn er geen bomen, dus is het de enige oplossing … We zijn er snel mee klaar en het is geweldig om ’s nachts op te warmen. 😉
Tijdens een extreem turbulente vlucht bereikten we de hoogte van 6100 meter. Het is min 25 graden Celsius maar het uitzicht is subliem. Ons blikveld reikt tot in China … Wat een voorrecht om op afgelegen plaatsen te vliegen en om over valleien te vliegen die vaak onontgonnen zijn. Er zijn nog veel mooie locaties te ontdekken. We zeker nog terug naar India.